Piri piri is een kruidenmengsel dat vaak wordt gebruikt in Afrikaans en Portugese keukens. De naam “piri piri” komt van de Swahili-woorden voor “pittig” of “warm”. Het kruidenmengsel is vrij pittig en wordt vaak gebruikt om gerechten op te smaken, zoals kip, vlees en vis. In Portugal is het ook populair om piri piri saus te maken door het kruidenmengsel te mengen met olijfolie en azijn. De saus wordt vaak gebruikt als marinade of als dip voor geroosterd vlees of groenten.
Er zijn verschillende manieren waarop je piri piri kruidenmengsel kunt gebruiken in gerechten:
Marinade: Meng een eetlepel piri piri kruidenmengsel met olijfolie en citroensap om een marinade te maken voor vlees, kip of vis. Laat het vlees minstens een uur marineren voordat je het grill of bakt.
Saus: Maak een piri piri saus door het kruidenmengsel te mengen met olijfolie, azijn en eventueel wat honing om de saus zoeter te maken. Gebruik de saus als dip voor geroosterd vlees of groenten, of om gegrild vlees mee te besmeren tijdens het grillen.
Geroosterde groenten: Voeg een eetlepel piri piri kruidenmengsel toe aan olijfolie en gebruik deze om groenten mee te marineren voordat je ze in de oven of op de grill roostert.
Risotto: Voeg een theelepel piri piri kruidenmengsel toe aan de bouillon tijdens het koken van risotto voor een pittige smaak.
Pizza: Voeg wat piri piri kruidenmengsel toe aan de kaas op een pizza voor een pittige twist.
Kip: Meng piri piri kruidenmengsel met yoghurt om een marinade te maken voor kip. Laat de kip minstens een uur marineren voordat je het grill of bakt.